De sector ouderenzorg kent haar eigen noden, maar wordt meestal pas in de laatste fase van een technologisch project betrokken: bij het uittesten van de oplossing. Hoe kunnen zorgprofessionelen beter betrokken worden bij het bedenken van technologische innovaties om de zorg te verbeteren? En hoe worden de ervaringen, meningen en noden van de doelgroep zelf meegenomen?
Gedreven ingenieurs werken aan technologische oplossingen om kwalitatieve zorg betaalbaar te houden en levenskwaliteit te verhogen. Maar hoe krijgen ingenieurs zicht op de échte noden?
De antwoorden liggen in samenwerking. Een samenwerking waarin beide werelden als gelijkwaardige partners elkaars expertise waarderen en van elkaar willen leren. De opzet van een structurele samenwerking tussen ingenieurs en zorgpersoneel was en is uniek in Europa. Door de samenwerking van ingenieurs en zorgpersoneel is er een betere match ontstaan tussen de vraag van het zorgpersoneel en het aanbod vanuit de onderzoekswereld en de industrie.
‘Ingenieurs in het woonzorgcentrum’ doet wat de titel zegt. In het ingenieurslabo in het OCMW-woonzorgcentrum Edouard Remy werken nog altijd de werknemers en de bewoners van het woonzorgcentrum samen met de ingenieurs van KU Leuven aan nieuwe innovatieve toepassingen in de ouderenzorg. De kern van dit project is het langdurig, fysiek bijeenbrengen van twee verschillende werelden: ingenieurs van de KU Leuven-onderzoeksgroep AdViSE enerzijds en een OCMW woonzorgcentrum en haar bewoners anderzijds, door het installeren van een ingenieurslabo – een fysieke plaats én mensen- in een woonzorgcentrum. De partners werken tijdens dit project aan minstens één concrete nood waar technologie een deel van de oplossing kan zijn: valpreventie. Andere noden, waar technologie een deel van de oplossing kan zijn en die dankzij de dagelijkse interactie tussen beide partners geïdentificeerd kan worden, worden gedocumenteerd voor nieuwe innovatieprojecten.
Dankzij de visibiliteit van het project merkten we dat ook andere onderzoekers geïnspireerd raken door deze werkwijze. Zo zijn er na het beëindigen van het gesubsidieerd project nog verschillende doctoraatsstudenten en masterproefstudenten werkzaam in het WZC. Ook merken we een toename aan bedrijven die mee willen stappen in een dergelijk traject. Zo werken we verder met de mensen van Sensolid aan een goed werkende en bruikbare valdetector en komt nu ook de vraag naar het verder valiseren en testen van wandelhulpmiddelen.
De provincie Vlaams-Brabant ondersteunde dit project met een provinciale innovatiesubsidie: 94.983 euro.
Partners: KU Leuven Esat, OCMW Leuven, InnovAge